Ja, hoor eens, dacht Helga, het was toch gewoon waar? Yvonne had het tijdens de MR-vergadering met eigen oren gehoord en als je Yvonne al niet meer kon geloven… Trouwens, waar het maar om ging, Harold zat fout, niet zij. Al die vrouwen over wie hij opschepte. Hij had zelfs over Katinka gezegd: ‘nice to have’.
Helga had juist gewezen op wat híj verkeerd had gedaan. Het belang van Els en de kinderen boven haar eigen belang gesteld, want laten we wel wezen, áls het uitkwam dat Helga het niet zelf gehoord had, maakte ze geen betrouwbare indruk. Ze was toen gewoon nog niet zo belangrijk als nu, met haar zetel in de MR. Ze had het toen helemaal niet kúnnen horen, want ze had niet bij het gesprek in de leraarskamer mogen zijn. Zij moest in de aula ernaast versieringen ophangen. Ze zat toen nou eenmaal in de feestcommissie. Maar Yvonne had het haar later verteld. Yvonne kon het zelf natuurlijk niet naar buiten brengen, dat was duidelijk, dan zou ze haar vertrouwenspositie ten opzichte van Harold verliezen. Dus offerde Helga zich op. Logisch toch? Els zou haar wel eventjes mogen bedanken voor zo’n vriendelijk staaltje altruïsme.
En zelfs MR-voorzitter Merel vond het geen halszaak. Héél wat anders dan het gelieg van Harald, had zij gezegd. Merel was wars van liegen. Een paar maanden geleden had ze nog een hele anti-leugencampagne op touw gezet. Zíj stond aan Helga’s kant.
Maar ja, toen het uitkwam moest Yvonne zo nodig beweren dat Harold het over vroeger had gehad. Ja, vroeger, vóór Els, toen was hij met verschillende vrouwen in de weer. Yvonne zei dat Helga het verkeerd had begrepen. En daar ga je dan. Eén leugentje om bestwil. Eén leugentje om de echte vuilak erbij te lappen en men valt over je heen. Kutschool. Nou, ze bekeken het maar. Helga was goed in wat ze deed. Ze was niet voor niets in de MR gekozen.
Het was natuurlijk wel een beetje onfortuinlijk dat Helga bij de volgende MR-vergadering niet meer serieus zou worden genomen. Dat ze in een achterkamertje zou moeten wachten tot Harald en Yvonne alle agendapunten hadden besproken en een fles wodka soldaat hadden gemaakt. Dat zou niet zo’n fraaie indruk maken. Maar goed. Ze kon altijd nog zeggen dat ze er wél bij was geweest.